Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit 2013 tonen

Storm Op Open Water

Een storm die raast. Met grote woeste golven overspoelt hij mij. Onverwachts.  Maar ik heb goeie zeilen. Godzijdank. Twintig jaar lang heb ik erover gedaan. De juiste stof uitgezocht. Druk onderhandeld. Over de juiste kwaliteit. En dan de prijs. Dat was een dingetje. De hoofdprijs is betaald. Maar ik had ze! Joechei. Een eerste overwinning. En dan de kleur. Niet te vergeten. Kleur is belangrijk! Ik heb jaren gedaan over die keuze. Zwart, of grijs, en langzaam koos ik kleur. Van zacht en soft naar heel langzaam een diepe echte kleur.  Spoeling na spoeling na spoeling. De rafels van het doek heb ik stuk voor stuk onder handen genomen. Met de hand. Steek voor steek. Ik heb ze bekeken, van voor naar achter en weer terug. En ze met blote handen bewerkt. Nooit weg, maar netjes naar achteren. Uit het zicht. Ter voorkoming van verder rafelen zeg maar. Maar zonder boot zijn mijn zeilen waardeloos. Mijn boot is nu van hout. Levend materiaal heb ik gekozen. In tegenstelling tot mijn

Vallen en Opstaan

Als je mijn eerdere blogposts hebt gelezen, dan kan je daaruit wel opmaken dat ik niet echt een rustige, gezellige, voedende jeugd heb gehad. Ik kan daar nog heel wat laadjes over opentrekken, maar niet nu. Het gegeven is er nou eenmaal. Je kiest je leven als kind niet uit. Je beland in een gezin met haar eigen context. Met vooral altijd en eeuwig een glimlach naar de buitenwereld. Keurig, netjes, alles op orde. Niet. Ik kan wel stellen dat ik psychisch en lichamelijk onderuit ben gegaan. Op verschillende momenten in mijn leven. Wat meer en vaker dan de meeste mensen. Schat ik zo in. Waardoor ik op diverse momenten me een eenling heb gevoeld. Ik wist meer van het leven dan de meeste van mijn leeftijdgenoten. En aangezien dat dan niet aansluit voel je je daar alleen in. Niet dat iemand dat denk ik gemerkt heeft. Ik heb me altijd goed kunnen 'aanpassen'. Te goed ben ik bang. Ik heb gedurende mijn jeugd geleerd me aan te passen naar de buien, gemoedstoestanden van anderen. D

Totale Gekte

Voor mij zijn in het leven twee dingen duidelijk: je wordt alleen geboren en gaat ook weer alleen dood. En in de tussentijd moet je er wat van zien te maken. Nou, en die tussentijd, dat is nogal een klusje. Helemaal als je er te vaak bij stil staat. Het jaar na mijn ziekenhuisopname (zie blogs januari 2013) droeg ik het dagelijks bij me. En nog steeds komt het soms naar boven. Dat eerste jaar na mijn ontslag uit het ziekenhuis stond ik ook niet stil natuurlijk. Dat zou je misschien wel verwachten en achteraf bezien was het waarschijnlijk ook wel wat wijzer geweest, maar zoals ik al eerder schreef: ik wilde zo snel mogelijk 'back to normal'. Dus begon ik in september van dat jaar weer met werken. Nog niet volledig maar toch. En raakte ik prompt in oktober zwanger van mijn tweede. Niet gepland maar wel gewenst, zoals ze dat dan zeggen. Dat jaar huilde ik om alles. Alsof ik alles voor het eerst meemaakte. Zo herinner ik me een concert. Stond ik daar te janken. Bij alle

Leef Tijd

Bill Viola - 'Nantes Triptych', 1992 Deze week word ik zeven. De precieze datum weet ik niet zo goed. Maar he, wie herinnert zich de dag waarop hij geboren werd nou eigenlijk. Het is dat het je verteld is. Mijn geboortedag staat in mijn ziel gegrift, maar de datum deed er niet zo toe geloof ik. Naar het schijnt leek het of mijn ogen groen waren. Wat ze niet zijn. Maar dat is tenslotte bij baby's altijd het geval. Die kleuren met de tijd.  Ik ben dus twee keer jarig. Een keer officieel en ik keer in gedachte. De laatste gaat aan anderen voorbij. Maar niet aan mij. Ieder jaar juich ik een beetje. T liefst met een taartje met kaarsjes erop. Ook in gedachte. Ik stierf toen ik dertig was. En toen ineens deed ik het weer. Surprise!! Er is iets met leeftijd. Hoe vaak vragen mensen je hoe oud je bent. Best regelmatig. Waarom eigenlijk? Ik denk om iemand in een hokje te kunnen plaatsen. Dan weet je ongeveer in welke fase van het leven iemand zich bevindt. Om er ver

De Leeuw die Brult

Naast draken en engelen, heb ik geregeld leeuwen om mij heen. Nou om eerlijk te zijn, niet om mij heen, maar in mij. Brullende leeuwen. Naar eigen believen komen en gaan ze. In hun eigen tempo, wisselend van grootte en volume. Vaak 's nachts. Soms overdag. Nu, na zevenendertig jaar accepteer ik ze in mijn leven. Min of meer. Ze zijn als golven in de zee waarop ik leef. Soms rustig kabbelend, dan weer stormachtig woest. Ze zijn een gegeven en meedeinen is de beste manier ermee om te gaan. Heb ik ontdekt. Er zijn dus momenten waarop ik me erg eenzaam voel. Niet alleen, maar eenzaam. Dat zijn twee verschillende dingen. Alleen ben ik niet. Ik heb heel fijne mensen om mij heen. De eenzaamheid zit in mijn ziel. Verankert. Daar kan je voor in therapie. Daar kan je medicatie voor slikken. Allemaal gedaan. Dat laatste blijkt het best te werken. Omdat de eenzaamheid niet te vaak moet gaan overheersen. Dan zie ik geen kleur meer, waar ik eigenlijk zo van hou. Dan zie ik het leven niet

De Lichtheid van het Bestaan

Regelmatig betrap ik mezelf op nogal onvolwassen gedrag. Het zijn wel over het algemeen de momenten dat ik het vrolijkst ben. Op mijn best. Niet voor een ander misschien, maar wel voor mezelf. Een hele openbaring ook, aangezien ik altijd heb gedacht dat je dat gedrag toch op z'n laatst rond je dertigste wel kwijt zou geraken. Niet dus. Ik niet. Een heleboel mensen volgens mij wel hoor, maar dat zijn over het algemeen niet mijn 'vrienden'. Ik kan er namelijk niet zo goed tegen: mensen die zich altijd en eeuwig 'volwassen' en 'verantwoord' gedragen. Niks aan. Nee, ik houd van mensen die op gezette tijden hun olijke onvolwassen 'ik' tonen. En zich dan als ware pubers gedragen. En dat het dan dus nergens over gaat. Geen interessant gezeik over politiek of dergelijke. Voor even dan. Maar ongegeneerd lachen. Om stomme achterlijke dingen. Meestal duurt dan dan een uurtje, of iets langer. Er moet ook wel weer een eind aan komen, anders verwordt het tot

Het Feest van de Illusies

'Illusie' vind ik een mooi woord. Iets wat bijna elke dag wel een keer aan de orde is. Illusies te over in het leven. Verloren illusies  (klik) dus ook, maar dat is dus eigenlijk dubbelop. Waarom zitten mensen eigenlijk zo vol illusies? Man, je kunt amper 's avonds je bed instappen zonder er een paar kwijt te zijn geraakt. Alsof we met z'n allen een stelletje halve garen zijn. Wat waarschijnlijk ook wel zo is. Ik vind het vaak iets weg hebben van een sok die kwijtgeraakt is in de wasmachine: where the hell did it go??? En die andere is nu ook ineens niets meer waard. Hoewel mijn dochter van vijf het daar volledig mee oneens is. Want dan trek je er toch gewoon een andere bij aan? Gelijk heeft ze; zo veel leuker. En waarom eigenlijk twee dezelfde? Wie heeft dat bedacht? Ik dwaal weer eens af. Wij worden, en niet alleen als het gaat om Sinterklaas, als kinderen voortdurend voor de gek gehouden. En als gevolg daarvan zijn we na ons twintigste dagelijks bezig met

De Humor van Erg

Ik houd van 'de humor van erg'. Die titel is gestolen overigens. Maar te goed om niet te jatten. Ik ben dus echt dol op 'de humor van erg': het maakt al het erge minder erg. Wat een gouden oplossing! Treurnis is alom en waarom er geen humoristische draai aan geven? Dat maakt alles zoveel draaglijker. De afgelopen blogs zaten vol treurnis tenslotte. En daar heb ik nog wel een potje vol mee hoor. Do not worry. Maar niets vind ik erger, dan mensen die alleen maar vanuit hun zwartgalligheid de wereld in kunnen kijken. Echt akelig. Naar. Kommer en kwel en het ook over niets anders kunnen hebben. En dan vooral de zin 'heb ik weer'. Die is het allerergst. Ik ben ervoor daar een serieuze boete op te zetten. En dan helemaal als het nergens over gaat. Over bijvoorbeeld dat het hotel waar ze in zaten weer zo fucking slecht was: 'heel onze vakantie naar de mallemoer!' Het enige wat ik dan hoor is 'aandacht, aandacht, aandacht'. Is dat een punt

I'm Alive!

Het spreekt voor zich, dat als je wat buitengewone ervaringen meekrijgt in het leven, je daardoor vaak ineens met een andere bril op naar de wereld om je heen kijkt. Tenzij je natuurlijk al zo volkomen zen bent, dat het verder geen verandering teweeg brengt, maar dat zal maar bij een enkeling het geval zijn. Bovendien is het wel het minste wat je na zo'n ervaring kunt doen. Eens even goed naar jezelf en de wereld om je heen kijken. In mijn situatie zijn er een aantal vragen bijgekomen, maar een heleboel dingen zijn me ook duidelijk geworden. Zo valt het me op, dat wij mensen -van deze tijd?- voortdurend op zoek zijn naar allerlei grootse ervaringen. Het concept van 'try before you die'. Hoe gekker hoe beter. Het uit zich in bungeejumpen boven het diepste ravijn van Afrika, waarbij zelfs het touw liefst zo lang is dat je tijdens je val met je handen de grond kunt raken. Maar het kan ook in de vorm van een 'wereldreis' zijn. Of die sprong vanuit dat vliegtuig. A

Party Pooper

Moe. Heel erg moe. Ontstellend. Zo moe, dat ik niet eens meer aardig kan zijn. En zo erg, dat ik eigenlijk alleen nog maar kan huilen. Om wat allemaal niet meer lukt. En om de dingen waar ik in deze wereld niet meer aan kan voldoen. In veel opzichten ben ik een Party Pooper geworden. Zonder dat ik het wil.  En niemand die het ziet. Op een paar na. Die begrijpen het. Een aantal zien het. Op een hand te tellen. Hebben geaccepteerd dat ik niet alles meer kan wat ik voorheen kon. Het sluimerende achterblijfsel van 'Het Beest'. Maar velen ook niet. Omdat het onzichtbaar is. Omdat ik het onzichtbaar maak. Omdat ik geen zeikerd wil zijn. Geen bederver van 'het feest'. Jaren kost het, om in te zien dat sommige dingen niet meer gaan. Of minder frequent. Ik wil een normale gemiddelde dertiger zijn. Net als mijn vrienden. De mensen die mijn leven vullen. Met genoeg energie voor mijn opgroeiende kinderen. Mijn gezin. Maar daarnaast ook nog energie voor feestjes, bezoekjes, ui

Planet Earth calling

Op een dag moest ik opnieuw leren lopen. Hoe bizar is dat! Ik wist natuurlijk wel 'hoe' ik moest lopen, alleen lukte het niet. In de revalidatie-ruimte oefen je dan door bijvoorbeeld tussen twee "liggers" door te lopen, zodat je steun hebt aan je armen. Of met zo'n roei-apparaat. Helemaal niet erg. Maar dat is niet alles. 'Ze' geven je een rollator. En ik kan je zeggen: dat is het aller-aller-allerlaatste waar je achter wilt lopen als je dertig bent (misschien zelfs als je 90 bent, maar dan lopen al je vrienden er zo bij, dat scheelt). Op je dertigste achter zo'n ding lopen. Dan 'sta' je er lekker op. Weg identiteit. In je 'blootje' zeg maar. Kwetsbaar. Heel erg kwetsbaar. Ik heb in die periode ervaren dat, buiten alle medische zaken om, het vooral draait om die kwetsbaarheid, de naaktheid en het gevoel volledig 'in je blootje' te staan. En het herstel van het laatste duurt vele malen langer dan het puur medische herstel.

Tussen Twee Werelden

Voor het raam sta ik. Een beetje naar buiten te staren. Nogal melancholiek geloof ik. Wazig beeld. Ik kijk uit op een groot verkeersplein. Het is vroeg in de ochtend. Het schemert en er ligt een heel dun laagje sneeuw. Hoe is het mogelijk: iedereen gaat als alledag naar zijn of haar werk. Terwijl ik Hier ben. De wereld draait door, ook zonder mij. Auto's die als een rups de snelweg op- en afrijden. In slow-motion.  Ik zit in de auto. Naast mijn Lief. Op de snelweg. De lente begint nu wel echt op gang te komen. Fijn. Dat doet me goed. Het leven in vol ornaat. Ja hoor, daar zie ik 'm al. Van verre. Het Ziekenhuis. Ik zet me schrap. Kan ik dit negeren? Kan ik hiervoor wegkruipen, mijn ogen zo hard dichtknijpen dat ze zeer doen? Gewoon de confrontatie uit de weg gaan? Mijn nagels staan in mijn handen. Nee, ontkennen gaat niet. Jammer. Dan maar weer mijn ogen open. Dit ziekenhuis staat vlak bij mijn huis. Ik heb er geen uitzicht op ofzo hoor, dat niet, maar ik kan er

De Dood

Op de intensive care van een ziekenhuis gebeurt natuurlijk van alles. Het is een aparte afdeling, niet te vergelijken met andere. Er werken mensen die een speciale opleiding hebben genoten, logisch. Leven en dood staan er erg dicht naast elkaar. Het zal een roeping zijn, ik persoonlijk moet er niet aan denken er te werken. Opvallend vrolijk zijn ze ook, die mensen daar. Althans, naar mij toe. Maar ik was denk ik dan ook een 'blije' ervaring. In hun ogen dan.  Nare ervaringen zijn er ook zat.  Die kon ik vanuit mijn bed volgen. Net zoals je in een hotel de buren hoort, is dat in een ziekenhuis niet anders. Nou ja, wel anders natuurlijk. Andere context zeg maar. Al mijn Lieven die al die weken hun schema's moesten omgooien om mij te bezoeken kunnen er luid over meepraten. Achteraf ben ik deelgenoot gemaakt van een aantal ervan. Andere kwamen rechtstreeks binnen, nadat ik bijgebracht was uit de coma. Veel oude mensen dus. In het ziekenhuis. Niet verbazingwekken

Boos in het kwadraat

De Dood. De eerste dertig jaar van mijn leven heb ik er geen angst voor gehad. Helemaal niet. Sterker nog, vanaf ongeveer mijn achtste levensjaar was ik ervan overtuigd dat ik niet oud zou worden. Dat is een beetje raar, dat geef ik toe. Ik moet er zelf niet aan denken dat een van mijn kleine Liefjes met zulke gedachten op de proppen zou komen. Rijp voor therapie zou ik denken. Maar goed, ik was er nou eenmaal van overtuigd. En vond het ook niet zo erg. Ik zag het gewoon als een vaststaand feit. Het zal zo z'n oorzaak gehad hebben. En toen kreeg ik op mijn 29ste mijn eerste kindje. Dat veranderde mijn hele kijk op de de zaak. Want ja, je baart niet om er vervolgens tussenuit te knijpen.  Dat is toch niet je uitgangspunt. Je ervaart juist een heel nieuw leven. En spontaan wil je 130 jaar worden. Zodat je alles zo lang mogelijk kan meemaken. Het leven dat je op de wereld hebt gezet observeren, in al haar facetten. Je eigen leven krijgt een totaal andere dimensie. Een allesver

Shoot Me!

Wist je trouwens dat je in het ziekenhuis je vragen of je nood of je plas moet ophouden? Niet op de IC natuurlijk, maar wel op de afdeling waar ik daarna op terecht kwam. Dat verdiend uitleg denk ik. Toen ik net werd binnengebracht op de long-afdeling van het ziekenhuis, na vier weken op de IC te hebben gelegen, ontstond er al direct een akkefietje. Leuke binnenkomer.  Die dag was nogal een heftig dagje geweest. De voorbereidingen voor mijn verplaatsing naar lager gelegen afdeling waren in volle gang.  Ik had het 24 uur gered zonder terug aan de beademing te moeten. Een hele prestatie kan ik jullie zeggen. Het is dus niet zo, zoals ik zelf altijd heb gedacht, dat er gewoon geconstateerd wordt dat je weer zelf kunt ademhalen en dat het apparaat dan gewoon uit wordt gezet en jij daar als patiĆ«nt spontaan uit eigen kracht ligt door te ademen. Althans, niet in mijn geval. Nee, dat is keihard werken. Oefenen. Door de verzwakte staat waarin ik verkeer en de totale afname van spiermas

Naakt

Naaktheid, daar is natuurlijk niets mis mee. Helemaal niet zelfs. Naaktheid is in veel gevallen prachtig. En dan heb ik het niet over naaktheid in zijn perfect geretoucheerde vorm. Gewoon de naaktheid van de mens. Met altijd wel een plus- en minpunt. Bijna altijd. Bijvoorbeeld een mollig vrouwenlichaam van middelbare leeftijd. Een lijf dat geleefd heeft, gebaard heeft, gevoed heeft. Het leven in opperste vorm. Maar zodra naaktheid opgedrongen wordt, vind ik er opeens weinig aan. Naaktheid wat zich opdringt aan het oog zonder uitvlucht vind ik niet prettig. Ik praat hier natuurlijk niet over allerlei heftige vormen van 'opdringen', dat is weer een heel ander verhaal. Ik kom net van de Intensive Care. Ze hebben mijn bed via de lift verplaatst richting een 'normale' afdeling. Nou, 'normaal' is niet bepaald het juiste woord, dat was met mijn eerdere blog 'Shit Happens' wel al duidelijk. Ik lig dus op mijn bed en beland rechtstreeks van IC op een kame

Shit Happens

Vier weken Intensive Care en twee op een 'normale' afdeling. Beetje overdreven, ik geef het toe. Maar ik vind dat je de dingen niet half moet aanpakken. Van het geld dat ik de maatschappij gekost heb, 'kan je een  leuk huis' kopen, is me achteraf met een grijns op het gezicht verteld.  Dubieus eigenlijk, zo'n gesprek met je arts. Na een aantal minder luchtige bloggen is het wel zo lekker even een beetje zuurstof te happen. Het leven is gelukkig niet altijd kommer en kwel en hier en daar wat chargeren is gezond. Zes weken is, als het leven gewoon alledaags verloopt, niet erg lang. Goed te overzien. Prima. Dat is anders als je in een ziekenhuis ligt. Afgesloten van de normale wereld, ontvouwt zich een heel eigen wereld. Een soort E.R. zeg maar, maar dan 'live'. Vanuit je bed heb je flink de tijd het reilen en zeilen te observeren. De meest enge, beangstigende (op de ic afdeling), maar ook hilarische, onalledaagse (op de longafdeling) gebeurtenissen spele