De Dood. De eerste dertig jaar van mijn leven heb ik er geen angst voor gehad. Helemaal niet. Sterker nog, vanaf ongeveer mijn achtste levensjaar was ik ervan overtuigd dat ik niet oud zou worden. Dat is een beetje raar, dat geef ik toe. Ik moet er zelf niet aan denken dat een van mijn kleine Liefjes met zulke gedachten op de proppen zou komen. Rijp voor therapie zou ik denken.
Maar goed, ik was er nou eenmaal van overtuigd. En vond het ook niet zo erg. Ik zag het gewoon als een vaststaand feit. Het zal zo z'n oorzaak gehad hebben. En toen kreeg ik op mijn 29ste mijn eerste kindje. Dat veranderde mijn hele kijk op de de zaak. Want ja, je baart niet om er vervolgens tussenuit te knijpen. Dat is toch niet je uitgangspunt. Je ervaart juist een heel nieuw leven. En spontaan wil je 130 jaar worden. Zodat je alles zo lang mogelijk kan meemaken. Het leven dat je op de wereld hebt gezet observeren, in al haar facetten. Je eigen leven krijgt een totaal andere dimensie.
Een allesverslindende gigantische boosheid golfde dan ook over mij heen op het moment dat ik ook maar het vaagste idee kreeg van wat er met me gebeurd was. Hoe kan het leven je zo'n enorme loer draaien. Welke duivelse kracht draait hier aan de knoppen? Furieus was ik. Niet te stuiten, allesoverheersend. Boos in het kwadraat. Van alle momenten in het leven, waarom nu. Zo voelde het voor mij. Ik heb nooit het idee gehad dat ik nou zo vreselijk nodig was in dit leven. Dat idee had juist het afgelopen jaar een ommezwaai gemaakt. Ik Ben Wel Nodig. Ik ben moeder.
Boos dus. Laaiend. Ziedend. Totale, ongecontroleerde razernij. En het ergste wat er is als je zo boos bent is als je er niemand de schuld van kunt geven. Want dat was wat ik het liefst wilde. Gewoon ongegeneerd volledig uit m'n stekker gaan tegen diegene die mij dit allemaal had aangedaan. Finaal los gaan. Maar op wie moet je in godsnaam boos worden in zo'n geval? Op God? Dat lijkt me wat al te gemakkelijk als je niet gelovig bent. Op 'het beest' dan? Die heeft nou niet echt bewezen lekker in discussie te gaan. Nogal stellig was 'ie, dat beest. De woede blijft als een galm in open ruimte hangen. Zonder wederhoor. Of weerstand.
Apart natuurlijk dat ik dus, terwijl ik juist aan het herstellen was, met terugwerkende kracht bezig was met doodgaan. Of misschien was het ook wel de angst er voor eeuwig als kasplant bij te moeten liggen. En dat dan tot je 130ste, want dat was wat ik tenslotte pas geleden mezelf nog had toegewenst...
Tja, be careful what you wish for.
Reacties
Een reactie posten