Naast draken en engelen, heb ik geregeld leeuwen om mij heen. Nou om eerlijk te zijn, niet om mij heen, maar in mij. Brullende leeuwen.
Naar eigen believen komen en gaan ze. In hun eigen tempo, wisselend van grootte en volume. Vaak 's nachts. Soms overdag. Nu, na zevenendertig jaar accepteer ik ze in mijn leven. Min of meer. Ze zijn als golven in de zee waarop ik leef. Soms rustig kabbelend, dan weer stormachtig woest. Ze zijn een gegeven en meedeinen is de beste manier ermee om te gaan. Heb ik ontdekt.
Er zijn dus momenten waarop ik me erg eenzaam voel. Niet alleen, maar eenzaam. Dat zijn twee verschillende dingen. Alleen ben ik niet. Ik heb heel fijne mensen om mij heen. De eenzaamheid zit in mijn ziel. Verankert. Daar kan je voor in therapie. Daar kan je medicatie voor slikken. Allemaal gedaan. Dat laatste blijkt het best te werken. Omdat de eenzaamheid niet te vaak moet gaan overheersen. Dan zie ik geen kleur meer, waar ik eigenlijk zo van hou. Dan zie ik het leven niet meer zoals het werkelijk is. Dan ben ik niet wie ik ben. Dan kruipt er letterlijk iets vanuit mijn tenen en vingers mijn lijf binnen. Ik voel dat, letterlijk. Het komt op, de brullende leeuw. En leeft zich uit, in mij. Van buiten is dat niet merkbaar. Althans, voor de meesten niet. Behalve dan voor mijn Lieven. Die zijn de klos. Omdat de leeuw de tranen uit mij duwt. Zonder ophouden.
Dat is niet zo fijn. Voor mij niet en voor mijn Lieven niet. Dat weet ik, want ik heb de leeuw bij een ander gezien. Mijn vader. Als kind is 'ie onverklaarbaar. Het ondermijnt je functie van 'kind-zijn': ik ben jouw kind en jij hebt mij, dus waarom vind je het leven dan niet fijn? Dat is wat het met mij heeft gedaan. Als kind. Toen ik het nog niet in zijn ware context kon bezien. En dat wil ik niet voor mijn eigen kinderen. Dus moet ik medicatie slikken. Niet heftig hoor, gewoon net een beetje, waardoor mijn bootje niet omgaat tijdens de storm. Het zorgt ervoor dat de leeuwen enigszins te ruste blijven. Zich een beetje gedeisd houden.
Terwijl ik hier achter mijn laptop zit, met mijn warme koffie en de eerste lentezon door mijn ramen schijnt ben ik blij. Het betekent dat de leeuwen zich weer wat meer gedeisd zullen gaan houden. Want de zon zorgt voor kleur. En warmte. En dat heb ik zoals zovelen hard nodig na een lange winter. Nog een paar weken en dan krijgt de wereld weer kleur. Net als ik. Op mijn blote voeten.
En dan voor iedereen die dit stuk nog niet kent: Canto Ostinato van Simeon ten Holt (1:39) (klik). Zet 'm hard en laat je meevoeren op de golven...:-)
Reacties
Een reactie posten