Nou, en die tussentijd, dat is nogal een klusje. Helemaal als je er te vaak bij stil staat. Het jaar na mijn ziekenhuisopname (zie blogs januari 2013) droeg ik het dagelijks bij me. En nog steeds komt het soms naar boven. Dat eerste jaar na mijn ontslag uit het ziekenhuis stond ik ook niet stil natuurlijk. Dat zou je misschien wel verwachten en achteraf bezien was het waarschijnlijk ook wel wat wijzer geweest, maar zoals ik al eerder schreef: ik wilde zo snel mogelijk 'back to normal'. Dus begon ik in september van dat jaar weer met werken. Nog niet volledig maar toch. En raakte ik prompt in oktober zwanger van mijn tweede. Niet gepland maar wel gewenst, zoals ze dat dan zeggen. Dat jaar huilde ik om alles. Alsof ik alles voor het eerst meemaakte. Zo herinner ik me een concert. Stond ik daar te janken. Bij alles dacht ik: 'Godverdomme: Ik ben er nog!' Een heleboel dingen gingen dus gepaard met heftige emoties. Alles ervoer ik heel helder. De waas van het alledaagse was er tijdelijk niet meer. Ik zoog alles dubbel en dwars in me op. De kleuren waren helderder zeg maar.
Het waren nogal heftige jaren. Binnen twee jaar maakte ik alles
mee waarvan ze zeggen: dat heeft invloed. Zomer 2005: geboorte zoon. Zomer
2006: ernstig ziek. Zomer 2007: verhuizing en geboorte dochter. Hoe verzin je
het? En dan dwars door alles heen een relatie-crisis. Lekker dan. Als ik erop
terug kijk, ben ik er trots op dat ik niet totaal krankzinnig ben geworden. Ik
heb na die twee jaar geregeld geroepen: 'Zo, en nu wordt alles alleen nog maar
saai!' Want dat was wel een beetje waarnaar ik hunkerde. Even geen gekke dingen
meer voor mij. Heel Hollands ook: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.
Je kunt je voorstellen hoe ongelooflijk lullig het is, om nadat je zo ziek bent geweest en dus een behoorlijke tijd afwezig, je tegen je leidinggevende moet zeggen: 'En o ja, sorry, maar ik ben zwanger'. Het is me dan ook altijd bijgebleven hoe hij reageerde: 'dat is misschien wel heel goed voor jou: het leven weer dubbel en dwars voelen'. Ik denk dat hij niet weet hoe ongelooflijk dankbaar ik destijds was met die ware woorden. De artsen reageerden iets anders: 'dat is wel een beetje snel'. Maar he: ik kon de hele wereld toch aan! Man, ik had de dood verslagen! En als mijn lijf dan blijkbaar nieuw leven kan dragen, dan zal het wel goed zijn toch?
Daar kwam nog bij dat het iedereen wel een goed idee leek: zo snel mogelijk weer aan het werk. Het is, zoals ik al zei, ook de wijze waarop ik opgevoed ben. Niet al teveel de nadruk leggen op wat er gebeurd is en zo snel mogelijk weer 'door'. Dus als ik dan zeg 'back to normal', dan was dat waarschijnlijk niet de beste manier van omgaan met. Want heftige gebeurtenissen hebben nou eenmaal wat ruimte nodig om te helen. Maar sommige dingen gebeuren gewoon. Wij woonden in een bovenhuis. Die vier hoge smalle trappen had ik nu tweemaal nogal ongemakkelijk moeten afdalen: een keer met de geboorte van mijn zoon wat niet zo vlotjes verliep als ik hoopte en de tweede keer in de sterke armen van de ambulancebroeders. Graag een benedenwoning voor mij. Met een tuin. Dus kochten we de benedenwoning. Die nog verbouwd moest worden. Terwijl ik net weer werkte, zwanger en herstellende was... En zoals dat gaat met verbouwingen: dat duurt altijd langer dan je bedenkt... Op het nippertje kon ik in ons nieuwe (haastig verbouwde) huis bevallen. Die zomer herinner ik me als nogal zwaar.
![]() |
Dwangbuis |
Het kostte mij een aantal jaren te begrijpen dat het zo niet verder kon. Dat 'back to normal' nou eenmaal niet meer mogelijk was. Dat ik het leven anders moest gaan aanpakken. Wilde ik niet eindigen als een dolgedraaide moeder van twee, schizofreen en uiteindelijk afgevoerd richting inrichting. Er moest iets veranderen. Nergens had ik tijd en ruimte ervaren om te herstellen. Van al die gebeurtenissen. Twee kleine kinderen rijk. Wat nogal wat energie kost. Zo'n peuter en zuigeling. Het ging me niet in mijn koude kleren zitten. En ik voelde me erg alleen. In de beslissingen die ik moest nemen. Want niemand in deze hele wereld weet wat jij weet. Wat jij voelt. Wat jij denkt. Dat moet je zelf doen. En voor het eerst koos ik voor mezelf. En zegde mijn baan op. Zonder WAO. Of bijstand of dergelijke. Die keuze maakte ik, omdat ik geen bemoeienis wilde. Of 'druk'. En ook omdat ik dat arme kleine museum waarvoor ik me jaren had ingezet niet op nog meer kosten wilde jagen. Geen drie keer per week biefstukjes meer dan. Soit. En omdat het kon. Maar net, maar toch. Die luxe had ik. En omdat ik ontkende. Ik weigerde in een 'hokje' plaats te nemen. Ik ben niet zielig, triest of hopeloos. En dat ben ik ook niet.
Pas nu, na jaren, kan ik zeggen dat ik mezelf wat minder streng kan toespreken. Dat het goed is. Dat je geen baan nodig hebt om er te zijn. Om iemand te zijn. Dat je met wie je bent genoeg bent. En ben ik zoekende, naar wat ik wel kan. Waar mijn talenten liggen. En waarheen ik wil. Zeven jaar ouder en verder. En dat 'saai' relatief is. En dat 'die tijd ertussenin' anders ingedeeld kan worden, zonder dat dat 'minder' is.
De tijd die ik nodig had te ontdekken. Dat ik het fijn vind om te leren. Om kennis op te doen. Om te groeien. En daarnaast gelukkig te zijn met wat ik heb. Ook al is dat zonder dat extra stukje biefstuk. Soit. Het is misschien al meer dan veel mensen kunnen zeggen. En dat er dan vanzelf weer deuren opengaan. Anders dan het vooraf wel overdachte leven dat ik zou gaan leiden. Niet minder. Uiteindelijk. Gewoon 'anders'. En dan word ik waarschijnlijk ook nog eens 101. Tegen wil en dank...
En dan sterf ik. Alleen. Zoals ieder ander. Heel gemiddeld dus ;-)
Reacties
Een reactie posten